Vorige week hebben we stilgestaan bij dierproeven. Ik wil daar nu even op terugkomen. In de National Geographic van mei 2009 staat namelijk een artikel over proeven bij dieren waar een aantal statistieken instaan die ik jullie niet wil onthouden. Willicht maken ze het makkelijker om een eigen mening over dierproeven te vormen.
- In Nederland werden in 2007 in totaal 597.605 dierproeven gehouden, wat neerkomt op 2500 per dag
- Van deze proefdieren was 45,9% muis, 24,1% rat en 15,6% kip
- In Belgie werden in dit jaar bijna 780.000 dieren gebruikt voor biomedisch onderzoek.
- Honden en primaten worden nauwelijks als proefdier gebruikt: samen nog geen 0,5% van het totaal
- Het aantal dierproeven is in de laatste 30 jaar sterk gedaald: in 1980 werden er 1.500.000 proeven verricht, in 2007 dus nog geen 600.000
- Sinds 1996 zijn dierproeven voor cosmetica in Nederland verboden
- Sinds 2002 mogen in Nederland geen mensapen meer gebruikt worden voor proeven
- In 2008 werden in Nederland zeker 24 vernielingen gepleegd uit naam van dierenrechten en er werd 3 keer brand gesticht. Gemiddeld vonden er wekelijks meer dan 2 demonstraties plaats.
Of je nu voor of tegen dierproeven bent, het blijft een lastig onderwerp waar de overheid waarschijnlijk ook niet goed raad mee weet.
Natuur in de Media
Op de website van GroeneRuimte vond ik vandaag het volgende nieuwsbericht: "Ganzen-8 bereikt overeenstemming over visie voor opvang ganzen". Deze "Ganzen-8" bestaat uit organisaties die belanghebbend zijn in de problematiek omtrent het beheer van ganzen in Nederland. Onder andere Natuurmonumenten, de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Federatie Particulier Grondbezit zijn lid. Samen zijn zij nu een visie overeengekomen. Uitgangspunt is dat Nederland als deltagebied een land is waar ganzen thuishoren en welkom zijn. Ganzenpopulaties in Nederland moeten daarom duurzaam in stand gehouden worden.
Nederland heeft internationaal gezien de verantwoordelijkheid voor het beschermen van ganzen. Echter, door het steeds toenemende aantal ganzen onstaat er op veel plekken in Nederland economische en ecologische schade en kan de vliegveiligheid in sommige gevallen niet gewaarborgd worden. Om deze redenen moeten toch vaak maatregelen genomen worden om de situatie niet uit de hand te laten lopen. Over zulke maatregelen zijn afspraken gemaakt door de "Ganzen-8". Zo wordt de populatie grauwe ganzen teruggebracht tot 100.000 exemplaren, tussen 1 november en 1 maart mag er niet op ganzen geschoten worden en niet inheemse soorten worden niet langer beschermd. In de loop van deze maand zal de overeenkomst definitief worden.
Soorten in Beeld
Vandaag besteden we speciale aandacht aan het Pimpernelblauwtje (Phengaris teleius). Deze vlinder is uiterst zeldzaam en komt in Nederland alleen nog in natuurgebied de Moerputten voor. Dat de soort zo zeldzaam is komt voornamelijk door zijn zeer gespecialiseerde levenswijze: de rupsen van de vlinder komen eind juli uit en voeden zich met de bloempjes van de Grote Pimpernel. Na een aantal weken laat de rups zich op de grond vallen en wacht tot hij wordt meegenomen door een moerassteekmier. De rups overwintert in het mierennest en verpopt zich daar tot een vlinder.
Om zich voort te kunnen planten en te kunnen overleven is de vlinder dus afhankelijk van 1 plantensoort en 1 mierensoort. Wanneer deze waardplant en/of de mierensoort verdwijnt, verdwijnt ook het Pimpernelblauwtje. Door het vele gebruik van kunstmest is de Grote Pimpernel op de meeste plekken in Nederland verdwenen. En daarmee het Pimpernelblauwtje.
Het pimpernel-
blauwtje
Natuurlijk DoeHetZelven
Het is bijna onmogelijk om je tuin om te vormen tot een geschikt huis voor het Pimpernelblauwtje, maar je kunt wel maatregelen nemen om andere vlindersoorten aan te trekken. En wat leuk is om te weten: vlinders geven niet alleen kleur aan de tuin, maar zijn ook graadmeters voor de kwaliteit van de tuin. Waar veel vlinders voorkomen, is het, over het algemeen, goed met de natuur gesteld.
Wil je vlinders in je tuin, laat dan ergens een bosje brandnetels groeien. Deze plant wordt door veel soorten gebruikt om hun eitjes op te leggen en voor rupsen is het een goede bron van voedsel. Andere planten die geliefd zijn onder vlinders zijn onder andere Oostindische kers, distelsoorten, vlinderstruik, lavendel, margriet, aster, wilde marjolein, klimop, salie en liguster.
Ecologe in Spe
Een van de redenen dat ik bij "Natuur in de Media" gekozen heb voor het bericht over ganzen is dat mijn werk bij Natuurmonumenten daar ook mee te maken heeft. Ik heb namelijk de opdracht gekregen om een onderzoekje uit te voeren naar vermesting van vennen door ganzen. Natuurmonumenten heeft in Oisterwijk bij enkele vennen maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het water voedselarm wordt, waardoor deze vennen geschikt worden als leefgebied voor bijzondere plant -en diersoorten. De aanwezigheid van (veel) ganzen kan er echter voor zorgen dat deze vennen weer voedselrijk worden doordat hun mest fosfaat en stikstof bevat. Wanneer de concentratie van deze twee nutrienten in het water en in de oeverbodem een bepaalde waarde overschrijdt, kunnen de gewilde bijzondere plant -en diersoorten afnemen of zelfs weer verdwijnen.
Te veel ganzen op deze voedselarme vennen kan dus leiden tot ecologische schade, hetgeen Natuurmonumenten wil voorkomen door maatregelen te nemen om de populaties te beperken. Het is mijn taak om uit te vinden hoe er op een wetenschappelijk onderbouwde manier overgegaan kan worden tot het nemen van deze maatregelen.
Om meer informatie over het onderwerp te verkrijgen en om te zien hoe het allemaal in de praktijk in zijn werk gaat, ben ik afgelopen maandag meegeweest met de wekelijkse controle van ganzennesten. De meeste nesten liggen op eilandjes in de vennen omdat ze daar het meest beschermd zijn tegen roofdieren. Om ze dus te kunnen controleren, gingen we met een kano de eilandjes af. Het resultaat was 1 intact nest met 4 eieren en een paar door (waarschijnlijk) kraaien leeggeroofde nesten waar de eischalen naast lagen. Bij het intacte nest zijn de eieren geprikt: er wordt een gaatje in de schaal gemaakt, zodat het ei niet uitkomt en er dus wordt voorkomen dat het aantal ganzen op de vennen toeneemt. Misschien klinkt dit nogal wreed, maar op een gegeven moment moet je als natuurbeheerder afwegingen gaan maken. Kiezen we voor het behoud van bijzondere planten en dieren bij de vennen of laten we de ganzen hun gang gaan met als risico dat eerdere investeringen in het voedselarm maken van deze vennen voor niets is geweest?
Nog even voor de duidelijkheid: alleen bij de voedselarme vennen worden zulke maatregelen genomen, elders in het natuurgebied kunnen ganzen gewoon hun gang gaan.
Natuurlijk afvragen
Jullie raden het al: de vraag van deze week gaat over de ganzenproblematiek. Hoe denken jullie over de populatiebeperkende maatregelen die op veel plaatsen in Nederland worden toegepast? Is het nodig om in sommige gevallen in te grijpen of vind je dat we de ganzen gewoon overal hun gang moeten laten gaan?
Nu wordt het echt tijd om te stoppen, gezien de lengte van dit bericht. Tot de volgende keer!
Vivian
Geen opmerkingen:
Een reactie posten