Vorige week stelde ik jullie de vraag: "hoe denk jij over het bejagen van soorten als vos en wild zwijn en jacht in het algemeen?" Hierop kreeg ik een reactie waar ik het wel mee eens ben. Ik citeer: "wanneer soorten als vossen en zwijnen in zo'n grote getalen voorkomen dat ze schade toebrengen aan de rest van de natuur vind ik dat er best op ze gejaagd mag worden. De mens vervangt in dit geval de vroegere natuurlijke vijanden."
Gevolgen van grote populaties van bepaalde diersoorten kunnen in ons kleine landje al snel uit de hand lopen omdat natuurlijke populatiebeperkende factoren als roofdieren en de invloed van het klimaat afwezig zijn of steeds verder afnemen. Om economische schade, ecologische schade en problemen met de veiligheid te voorkomen, moet in sommige gevallen ingegrepen worden door middel van jacht. Desondanks ben ik het wel roerend eens met het "nee, tenzij..."-principe uit de Flora -en faunawet. Volgens deze wet mag namelijk pas tot de jacht overgegaan worden wanneer alle andere maatregelen geprobeerd zijn maar geen succes hebben gehad. Bijvoorbeeld: als het voor het voorkomen van schade aan landbouwgewassen voldoende is om een omheining rondom een akker te plaatsen, moet dit als maatregel toegepast worden en niet jacht. Op deze manier wordt het onnodig doden van dieren voorkomen.
Natuur in de Media
Van problemen als gevolg van grote populaties van dieren gaan we nu over naar het nieuwsbericht van de week waarin een diersoort juist in de problemen komt door te kleine populaties. In dagblad Trouw stond vandaag een artikel met als titel: "Scholekster is hier over tien jaar praktisch uitgestorven". Volgens dit artikel zal de scholekster, wanneer ingrijpende maatregelen uitblijven, in 2020 zo goed als verdwenen zijn uit Nederland. Er worden veel te weinig jongen groot en in de wintermaanden is de sterfte juist onder die jonge vogels aanzienlijk. De scholekster kan 40 jaar oud worden en hoeft daardoor per broedpaar gemiddeld slechts 0,35 jong per jaar groot te brengen. Dat lijkt een makkie gezien de gemiddelde leg van drie tot vier eieren, maar het benodigde aantal jongen wordt bij lange na niet gehaald. Landelijk zitten we gemiddeld nauwelijks op 0,2 jong per broedpaar. De reproductie is al jaren slecht, maar de laatste tijd gaat het erg hard achteruit. Het aantal scholeksters is nu met 65.000 tot 90.000 broedpaartjes nog niet de helft van de aantallen 20 jaar geleden!
Oorzaken zijn onder andere te intensief gebruik van agrarisch gebied (waar scholeksters vaak broeden), steeds vroeger maaien van weiden (waardoor nesten vernield worden), verdwijnen van foerageer -en broedplaatsen en voedselgebrek door onder andere schelpdiertekorten (veroorzaakt door overbevissing van de Waddenzee en de verdringing van gewone mosselen door de Japanse oester). Ondanks dat deze vogelsoort in ons land met uitsterven bedreigd wordt, staat de scholekster niet op de Rode Lijst. Dit omdat het belang van Nederland voor een soort niet meegerekend wordt. Terwijl 30% van de wereldpopulatie scholeksters bij ons in Nederland broedt...
Oorzaken zijn onder andere te intensief gebruik van agrarisch gebied (waar scholeksters vaak broeden), steeds vroeger maaien van weiden (waardoor nesten vernield worden), verdwijnen van foerageer -en broedplaatsen en voedselgebrek door onder andere schelpdiertekorten (veroorzaakt door overbevissing van de Waddenzee en de verdringing van gewone mosselen door de Japanse oester). Ondanks dat deze vogelsoort in ons land met uitsterven bedreigd wordt, staat de scholekster niet op de Rode Lijst. Dit omdat het belang van Nederland voor een soort niet meegerekend wordt. Terwijl 30% van de wereldpopulatie scholeksters bij ons in Nederland broedt...
Soorten in Beeld
We bespreken vandaag een diersoort waarvoor natuurgebied De Brand in Udenhout het belangrijkste leefgebied in Brabant vormt. Een aantal jaar geleden is deze amfibieënsoort in grote getalen uitgezet in dit gebied en sindsdien gedijt hij hier goed. We hebben het over de boomkikker (Hyla arborea). Het is een kleine (5 centimeter lang) grasgroene kikker met zuignapjes aan het einde van vingers en tenen waardoor hij goed kan klimmen.
Doordat hij zo goed kan klimmen is de boomkikker ook meestal in bomen en struiken te vinden. Mannetjes beschikken over een zogenaamde kwaakblaas om tijdens de paartijd vrouwtjes te kunnen lokken met hun roep. Klik hier voor een filmpje van kwakende boomkikkers. 's Nachts worden de kikkers actief om te foerageren. Het voedsel bestaat uit insecten zoals wantsen en kevers die met de lange tong worden gevangen of worden besprongen. Overdag doen ze nieuwe energie op in de zon. In tegenstelling tot andere kikkers verstoppen boomkikkers zich niet, maar vertrouwen ze op hun camouflage.
De kikker heeft een voorkeur voor een kleinschalig landschap waar hij zich ophoudt in lage begroeiing aan bosranden, in houtwallen en in moerasgebieden. Voor de voortplanting dienen waterpoelen aanwezig te zijn met een goed ontwikkelde oever -en watervegetatie. In Nederland komt hij vooral voor op geïsoleerde locaties in het zuiden en oosten. Onderstaand kaartje laat de precieze verspreiding in ons land zien.

Eind vorige eeuw bleken de aantallen boomkikkers met 80% afgenomen te zijn en werd hij een van de sterkst bedreigde amfibieën in Nederland. Om deze reden is de soort opgenomen in de Rode Lijst met als status "bedreigd". Door herintroductie en andere maatregelen wordt momenteel een stijgende trend in de aantallen waargenomen.
NatuurlijkDoeHetZelven
Hoe je amfibieën je tuin in lokt, heb ik in een vorig bericht al besproken. Daarom nu een andere manier waarop je je tuin natuur -en milieuvriendelijker kunt maken. Prettige bijkomstigheid is dat deze tip ook vriendelijk is voor je portemonnee! Dus verlies geen tijd, koppel de regenpijp van je huis af en sluit hem aan op een regenton. Op deze manier komt het regenwater niet terecht in het riool maar in het grondwater waardoor je verdroging tegengaat, het beregenen van je tuin niets kost en van regenwater je bloemen en planten er mooier uit gaan zien. Zorg er alleen wel voor dat de overloop van de ton niet terugvoert naar de regenpijp maar bijvoorbeeld naar een grindbassin waarin het water langzaam weg kan zakken.
Ecologe in Spé
Met enige trots kan ik vermelden dat mijn onderzoek naar vermesting door ganzen voor Natuurmonumenten bijna afgerond is en dat ik in september zeer waarschijnlijk terug mag komen en aan een ander onderzoek mag beginnen. Helaas is dit het enige succes wat betreft mijn "carrièrestappen" op de arbeidsmarkt. Vorige week heb ik weer een afwijzing op een sollicitatie gekregen en zijn de vacatures op gebied van ecologie en natuurbeheer op minder dan één hand te tellen. Maar goed, over ongeveer vier weken zit ik in Zuid-Afrika en hoef ik me even geen zorgen te maken over mijn toekomstige carrière. Vanaf september wordt het vinden van een baan weer prioriteit nummero 1.
Natuurlijk Afvragen
Hoe denk jij over het herintroduceren van diersoorten, zoals de boomkikker en de otter? Vind je de terugkeer van één bepaalde soort in de Nederlandse natuur alle inspanningen en financiële investeringen waard of ben je van mening dat het verdwijnen van soorten nu eenmaal gebeurd en dat ze wel op eigen houtje terugkomen als dit mogelijk is?
Weer bedankt voor het lezen en tot volgende week!
Vivian
Geen opmerkingen:
Een reactie posten