De lente komt eraan! 's Ochtends fluiten de vogels uit volle borst, sneeuwklokjes en krokussen steken hun kopjes boven de grond, het blijft langer licht en de temperatuur gaat weer omhoog. Persoonlijk vind ik de lente het mooiste en fijnste seizoen. Alles ontwaakt weer, de bomen en planten hebben frisse groene blaadjes, er huppelen allerlei schattige, jonge dieren rond en wij mensen krijgen kriebels in de buik en beginnen met frisse moed aan allerlei dingen die we in de winter op een laag pitje hebben gezet. Zelf ben ik van plan om vaker met mijn veldgidsen onder de arm naar buiten te gaan om meer planten- en sporenkennis op te doen.
Natuur in de Media
Natuurmonumenten heeft zijn activiteiten in de Loonse en Drunense Duinen deze winter niet op een laag pitje gezet en heeft hard doorgewerkt aan het "Stuifzandherstel project". Op de website is te lezen dat het extreem koude weer en de sneeuwval niet voor vertraging van het project hebben gezorgd en dat de laatste fase bijna afgerond is. Uiterlijk half maart keert de rust terug in het gebied tussen "De Rustende Jager" en Giersbergen en wordt het weer het domein van de broedvogels. Wanneer de laatste grote machines zijn verdwenen, worden de paden en sporen hersteld en als de lente over een paar maanden haar groene deken heeft uitgespreid, kan er weer volop genoten worden van dit prachtige landschap.
Om ervoor te zorgen dat het gebied open blijft en niet overwoekerd wordt door gras en jonge dennen en berken, is vorig jaar een schaapskudde ingezet. De kudde bestaat uit 300 dieren die, door middel van een kruisingsprogramma, zeer geschikt zijn voor begrazing in heide- en stuifzandgebieden. De kudde wordt begeleid door een herder en twee honden en wordt steeds op andere locaties in het natuurgebied ingezet. Op deze manier wordt het stuifzandgebied op een duurzame en natuurlijke manier in stand gehouden.
Natuurmo(nu)ment
Dankzij mijn werk maak ik de laatste tijd heel wat natuurmo(nu)menten mee. Het is bijna normaal geworden dat er zowat iedere ochtend een aantal reeën net voor mijn auto de weg oversteken of dat ik een buizerd een duikvlucht zie maken in een poging om zijn prooi te vangen. Toch krijg ik er nooit genoeg van! Een paar weken terug, net voor de kou, werd er bij ons een verzwakte ooievaar binnengebracht. Na het nummer van zijn ring opgezocht te hebben, bleek dat hij al 27 (!) jaar oud was. De bejaarde zou de kou nooit overleven. We hebben hem opgenomen en zorgen nu voor hem totdat hij genoeg aangesterkt is. Het verzorgen van de dieren hoort niet bij mijn takenpakket, maar ik wilde deze kans niet missen en vroeg of ik hem ook eens mocht voeren. Dus ik met een bak met dode kuikens naar die ooievaar. Ik houd een kuiken boven zijn hoofd, hij pakt het en slikt het in één keer door. En dat terwijl ze zo'n slanke hals hebben...
Soorten in Beeld
Iedereen kent ze, die langwerpige, vliegende, over het water scherende insecten: libellen. Maar schijn bedriegt. Niet al die langwerpige, vliegende, over het water scherende insecten zijn libellen. De familie van de libellen wordt namelijk ingedeeld in de "echte libellen" en de "waterjuffers". Waterjuffers verschillen van de echte libellen in hun bouw en vleugels, hun ogen en manier waarop ze eieren leggen. Waterjuffers zijn slanke, sierlijke insecten, hebben even grote voor- en achtervleugels en houden deze bijna helemaal tegen het achterlijf aan. Hun ogen staan ver uit elkaar. Libellen zijn groter en breder, hebben ongelijke voor- en achtervleugels die zijwaarts van het achterlijf af staan en hun grote ogen liggen tegen elkaar aan voor op de kop. Daarnaast zetten libellen hun eitjes af in de modder terwijl waterjuffers deze met behulp van hun eiboor afzetten in waterplanten. Tot slot worden de eitjes van libellen pas bij het afzetten van deze eitjes bevrucht en zijn de eitjes van de waterjuffers van te voren al bevrucht door het mannetje.
In Nederland komen 71 libellen en waterjuffersoorten voor. Een aantal hiervan zijn beschermd, waaronder de Rivierrombout (Gomphus flavipes). Deze soort valt onder de "echte libellen" en komt, zoals zijn naam al zegt, vooral voor langs de grote rivieren. Sinds 1902 was de soort in ons land uitgestorven, maar in 1996 werd weer een exemplaar gevonden. Dankzij natuurbeheer en de verbetering van de waterkwaliteit nemen de aantallen weer gestaag toe.
De Rivierrombout is geel en zwart van kleur, 5 tot 5,5 centimeter lang en heeft een lang en slank achterlijf.

Zoals gezegd komt de soort vooral langs de grote rivieren en beken voor. Hier zijn ze vooral te vinden op plaatsen waar zand of slib is afgezet. Onderstaand kaartje geeft de verspreiding in Nederland weer.
De eitjes worden door het vrouwtje in open water afgezet, waarna de larven in de modder en het zand op de bodem een aantal jaar kunnen overleven. In juni en juli kruipen de volgroeide larven aan wal via een zandstrandje, laten hun "larvenhuid" (imago) achter en ontpoppen zich tot vliegende, volwassen libellen. Wellicht heb je weleens een imago van een Rivierrombout of andere libel gevonden.
Natuurlijk DoeHetZelven
Misschien ken je het: je hebt net je gazon opnieuw ingezaaid of gelegd en de volgende dag liggen er van die lelijke, zwarte hopen zand op. Juist, je tuin is bezocht door de mol. Veel mensen grijpen in zo'n geval meteen naar de mollenklemmen, elektrische verdrijvingssystemen of gif. Niet doen! Probeer het probleem eens op een positieve manier te bekijken en maak gebruik van die losgewoelde stukjes grond. Zo zijn ze ideaal als bloembed. Strooi wat zaad of plant wat bolletjes in de molshopen, klop ze een beetje aan en voor je het weet staat je tuin vol met kleurige, kleine bloembedden. Moraal van het verhaal: werk samen met de natuur, niet tegen!
Ecologe in spé
De winter is het seizoen waarin veel watervogels ons land aandoen om te overwinteren. Voor het NWC een ideaal moment om naar Zeeland af te reizen en deze vogels te bekijken en te tellen. Gewapend met verrekijkers, telescoop en warme kleding vertrokken we richting Zeeland en hebben de hele dag rondgereden, gewandeld en de lucht en weilanden afgespeurd naar allerlei soorten vogels. Dit resulteerde niet alleen in een gezellige, maar ook een zeer leerzame dag. Ik denk dat ik van de helft van de soorten die we gezien hebben nog niet eens wist dat ze bestonden of alleen de naam kende. Om een paar voorbeelden te noemen: Nonnetje, Witgatje, Middelste zaagbek en Brilduiker. Hadden jullie daar ooit van gehoord? Hieronder mijn collega's Esmeralda, Margot en Sofia vastgekleefd aan hun verrekijkers.
Verder heb ik nog goed nieuws: mijn contract is tot en met september verlengd! Voorlopig ben ik dus onder de pannen en hoef ik me geen zorgen meer te maken of ik dit jaar nog wel een baan heb.
Natuurlijk Afvragen
Een grote groep van jullie zal min of meer op de hoogte zijn van het stuifzandherstelproject van Natuurmonumenten of het met eigen ogen gezien hebben. Ik zou wel eens willen weten wat jullie ervan vinden. Vind je het zonde dat al die bomen gekapt worden? Of vind je het juist goed en mooi dat het gebied opener is geworden en het stuifzand weer de kans krijgt? Vind je het waard om het stuifzand te behouden of zie je liever bos?
Dat was 'm weer. Tot het volgende bericht!
Vivian
Geen opmerkingen:
Een reactie posten