Het is alweer even geleden, maar hebben jullie op de foto uit mijn vorige bericht beide eenden kunnen vinden? Ik durf te wedden van niet. Dit omdat ik er zelf met mijn neus bovenop stond, maar in eerste instantie ook maar één eend zag zitten. Kijk nog eens goed naar de foto: mevrouw Eend zit links van meneer Eend. Een goed voorbeeld van hoe perfect schutkleuren in de natuur werken dacht ik zo!
Maar kleuren zijn niet de enige manier waarop dieren proberen zo min mogelijk op te vallen. De huid of vacht van dieren heeft vaak ook een bepaald patroon, zoals strepen of vlekken. Dit komt doordat in de natuur bijna nooit vlakken voorkomen die helemaal egaal van kleur zijn. Hoe beter je vacht of huid lijkt op het patroon van kleuren en vlakken dat in je leefomgeving voorkomt, hoe kleiner de kans om gezien te worden. Denk maar aan een jaguar in het regenwoud of een kameleon die zich naar gelieve kan aanpassen aan de kleuren en patronen in zijn omgeving. Ook de strepen van een zebra werken als camouflage, hoewel dit patroon in hun leefomgeving niet voorkomt. Als zebra's dicht bij elkaar gaan staan, kun je als roofdier de verschillende "streepjescodes" niet meer uit elkaar houden en heb je geen idee meer waar de ene zebra ophoudt en de andere begint. Op deze manier wordt het moeilijk om één prooi te kiezen.
Tot slot bestaat er een vorm van camouflage waarbij het dier de vorm van iets anders aanneemt. Voorbeelden hiervan zijn de wandelende tak en de steenvis.
Natuur in de Media
Een aantal weken geleden ging in heel Nederland de zogenaamde paddentrek van start. Ook in natuurgebieden Huis ter Heide, de Oisterwijkse Bossen en de Kampina begonnen padden, kikkers en salamanders aan de tocht van hun winterverblijfplaats naar de voortplantingsplaatsen. Deze voortplantingsplaatsen bestaan uit vennen en andere ondiepe wateren. Om het amfibieënverkeer tussen de bossen rondom het Blauwe Meer en de vennen van de Loonsche Heide in goede banen te leiden en zo veel mogelijk slachtoffers te voorkomen, houden slagbomen op het Spinderspad tussen Tilburg en de Moer het autoverkeer tot 1 mei tegen. Sinds 2010 is hierdoor het aantal dodelijke slachtoffers teruggebracht van meer dan 200 naar 0. Tussen Oisterwijk en Spoordonk zijn dit jaar voor het eerst hekken geplaatst om een veilige oversteek tussen de Kampina en de poelen van de Logtse Velden te garanderen en ook de Rosepdreef en de Heisteeg in Oisterwijk zijn weer afgesloten voor autoverkeer.
Ondanks deze inspanningen meldt natuurbericht.nl dat de paddentrek dit jaar achterblijft bij vorige jaren. Tot 27 maart werden er door vrijwilligers van de paddenwerkgroepen ruim 60.000 amfibieën overgezet: slechts de helft van de aantallen in vorige jaren. De droogte van de afgelopen weken is hiervan de oorzaak. De verwachting is dat veel vrouwtjes dit jaar zullen afzien van de migratie naar het voortplantingswater. Ze bijven dan op het land en absorberen de eitjes in het lichaam. Alle bouwstoffen worden uit de eitjes gehaald en worden door het vrouwtje gebruikt voor groei, conditie en overleving. Volgend jaar kan ze dan met nog meer eitjes deelnemen aan de grote trek.
Natuurmo(nu)ment
's Avonds hoor je bij ons in de buurt vaak bosuilen roepen. Ik had ze echter nog nooit van zo dichtbij gehoord als afgelopen vrijdag en zaterdag. Op deze dagen werd ik rond 6 uur 's ochtends wakker en hoorde een mannetje en een vrouwtje bosuil roepen. Het leek wel of ze bij ons in de tuin zaten. Ik wist dat de kans om ze ook te zien niet echt groot was, maar toch stapte ik uit bed en trok het gordijn open. En ja hoor: daar zaten ze, recht voor mijn raam. Meneer en mevrouw Bosuil. Het schemerde nog, dus ik zag alleen de contouren, maar het waren onmiskenbaar de schreeuwers die me wakker hadden gemaakt. Wie weet brengen ze komende dagen weer een bezoekje aan onze tuin!
Soorten in Beeld
Binnenkort gaan we op het werk een aantal planten verplaatsen van een voor de Biesbosch kenmerkende soort: de Spindotterbloem (Caltha palustris araneosa). De plant wordt in Nederland streng beschermd door de Flora- en faunawet omdat hij vrijwel alleen in de Biesbosch voorkomt en omdat onze "populatie" van groot belang is voor heel Europa.
De plant bloeit van april tot en met juni, soms ook in augustus en september en heeft grote, gele, glanzende bloemen.
De Spindotterbloem is makkelijk te verwarren met de Gewone dotterbloem. De grootste verschillen zijn de verdikte knoppen aan de bloemstelen, de holle stengels en de groeiplaats. De verdikte knoppen aan de stelen van de Spindotterbloem worden "spinnen" genoemd en zorgen ervoor dat de plant zich ook bij hoog water en zonder de hulp van insecten kan voortplanten. De knoppen laten na afsterving van de plant in de herfst los en verplaatsen zich via het water naar andere geschikte groeiplaatsen. De stengels van de Spindotterbloem zijn hol en de plant komt alleen voor in zoetwatergetijdengebieden, zoals de Biesbosch of in rietvelden die bij hoog water overstromen. De Gewone dotterbloem kun je overal langs waterkanten vinden. Op het kaartje hieronder zie je waar de Spindotterbloem in Nederland voorkomt.

In de middeleeuwen dienden beide dotterbloemen als afweermiddel tegen boze geesten en als een middel om de melkproduktie van het vee te verhogen. In grote hoevelheden zijn de planten echter giftig voor dieren. In de geneeskunde werd de plant gebruikt tegen geelzucht, epilepsie en bloedarmoede.
Wil je de bijzondere Spindotterbloem graag in zijn natuurlijke omgeving en in grote getale zien, breng dan snel een bezoekje aan de Biesbosch!
Ecologe in spé
Volgende maand is het weer zover: de start van het vleermuisseizoen. Voor ons ecologen betekent dit onregelmatige werktijden, 's avonds tot laat op pad, 's ochtends heel vroeg uit bed en inentingen tegen rabiës. Zoals je kunt begrijpen, kijk ik niet echt uit naar de onregelmatige werktijden en inentingen, maar het werk brengt wel kansen mee die je normaal gesproken niet zou krijgen. Zo is het werken in de avond en nacht DE kans om nachtdieren te zien en horen, zoals uilen, vossen en natuurlijk vleermuizen, leer ik veel bij over het gedrag van vleermuizen en de verschillende soorten en krijg ik de kans om de dieren van heel dichtbij te zien. Misschien zelfs wel tè dichtbij... We gaan ze dit jaar namelijk ook vangen!
Vorig jaar is het NWC gestart met een project waarbij we meervleermuizen vangen, ze van een zender voorzien en ze vervolgens de hele nacht volgen om meer te weten te komen over vliegroutes, foerageergebieden en verblijfplaatsen. Zo komt mijn ervaring met zendapparatuur in Zuid-Afrika ook nog eens van pas! Met behulp van deze informatie weten we straks precies waar grote kolonies van de soort voorkomen en welke vliegroutes van groot belang zijn, zodat hiermee rekening gehouden kan worden bij werkzaamheden in de buurt van deze kolonies en vliegroutes. Heb er nu al zin in! Jullie worden natuurlijk op de hoogte gehouden van de resultaten van het project.
Natuurlijk Afvragen
Wat vind jij van de maatregel om autowegen af te sluiten voor verkeer zodat padden en andere amfibieën veilig hun trek naar de voortplantingswateren kunnen voltooien? Wellicht vind je het overdreven omdat er toch ieder jaar genoeg dieren het water veilig bereiken? Of sta je er helemaal achter en vind je dat we best een tijdje een stukje om kunnen rijden om het voortbestaan van de soorten te garanderen? Denk er maar eens over na...
Dat was 'm weer!
Vivian
Geen opmerkingen:
Een reactie posten