vrijdag 4 mei 2012

Salamanders, uilen en andere bij(en)zaken

Beste allemaal, wederom welkom op mijn blog!

Ieder jaar wordt door verschillende natuurorganisaties extra aandacht gevraagd voor een bepaalde diersoort. Zo was 2011 het jaar van de vleermuis. Dit jaar staat de bij in het middelpunt van de belangstelling. Met behulp van allerlei activiteiten, evenementen en informatiekanalen willen het KNNV, de Bijenstichting, EIS Nederland en het IVN het publiek op de hoogte brengen van de belangrijke functie die deze soortgroep voor ons mensen vervult.
Volgens deze organisaties (en hier sluit ik me bij aan) zien veel mensen nog niet in hoe belangrijk de bij wel niet voor ons is. Zonder bijen kunnen wij geen groente, fruit en noten eten en kunnen we ook niet aan zonnebloem- of olijfolie komen. Eénderde van de dagelijkse eetbehoefte wordt mogelijk gemaakt door het werk van bezige bijtjes!

De extra aandacht voor deze, vaak gevreesde en gehate, soortgroep is hard nodig, want het gaat slecht met de bijen in Nederland. Veel bijensoorten staan op uitsterven, grotendeels dankzij ons mensen die juist dankbaar zouden moeten zijn voor het harde werk dat de beestjes verrichten. Onderzoek aan de Harvard Universiteit heeft onomstotelijk aangetoond dat er een verband bestaat tussen het gebruik van landbouwgif en de steeds hogere sterfte onder bijenvolken. Daarnaast is het aantal verschillende bloemen in het Nederlandse landschap sterk afgenomen, waardoor een voedseltekort onder de bijen optreedt. Naast honing als energiebron heeft een bij namelijk ook stuifmeel nodig. Dit dient als eiwit- en vitaminebron. Een tekort aan stuifmeel of eenzijdig stuifmeel (van maar één plantensoort) leidt tot verzwakking van de gezondheid. Meer weten over bijen en hun belang voor ons en onze natuur? Neem een kijkje op www.jaarvandebij.nl/ 

Natuur in de Media
Andere dieren die wat extra aandacht kregen in de media, zijn de Steenuil en de Kerkuil. In het Brabants Dagblad van donderdag 26 april las ik een artikel over uilenbeschermers in Brabant. Steeds vaker raken deze natuurliefhebbers verzeild in kwesties over aantasting van broedplaatsen en leefgebieden van steenuilen en kerkuilen. Broedplaatsen en het leefgebied van deze uilen worden streng beschermd door de Flora- en faunawet en mogen niet zomaar aangetast worden. Projectontwikkelaars, gemeenten, maar ook ecologische adviesbureau's doen echter vaak te weinig om schade aan leefgebied en broedplaatsen te compenseren. Vaak denken ze er vanaf te zijn door een paar uilenkasten op te hangen, terwijl er vaak ook nieuw leefgebied gecreeërd moet worden. Helaas maak ik in mijn werk vaak mee dat er inderdaad zo gedacht wordt. Dat geldt niet alleen voor compensatie voor uilen. Ook voor vleermuizen, huismussen, gierzwaluwen, heikikkers, zandhagedissen en andere diersoorten wordt in mijn ogen vaak te makkelijk gedacht over compensatie voor het verlies van verblijfplaatsen en/of leefgebied. In 99% van de gevallen kunnen bouwprojecten of andere ruimtelijke ingrepen gewoon doorgaan en moeten dier- en plantensoorten verhuizen of het onderspit delven. In de overige 1% van de gevallen wordt een project stilgezet vanwege een beschermde dier- of plantensoort en wordt dit breed uitgemeten in de media. Een goed voorbeeld hiervan is de situatie van een paar jaar geleden in Limburg met de streng beschermde Korenwolf. En in zulke gevallen hebben de natuurorganisaties het gedaan!
Maar goed, ik dwaal van het eigenlijke onderwerp af: de uilen in Brabant. Gelukkig is er voor deze beesten ook goed nieuws: door inspanningen van ruim 250 vrijwilligers plant de Steenuil zich in Brabant steeds voortvarender voort en had de Kerkuil in 2011 een redelijk broedseizoen na de zware terugval tijdens de strenge winter van 2009. Voor de steenuil hangen inmiddels 2500 broedkasten door heel de provincie die vorig jaar meer dan 1100 vliegvlugge jonge steenuilen voortbrachten. Uit de inmiddels 2000 nestkasten voor de Kerkuil vlogen vorig jaar minimaal 565 jongen uit. Nu nog zorgen dat er voldoende gecompenseerd wordt voor het verlies aan leefgebied zodat er ook ruimte is voor al deze jonge uiltjes om later hun eigen jongen in groot te brengen. 

Natuurmo(nu)ment
Voordat ik ging werken, had ik geen benul van alle soorten salamanders die in ons land voorkomen en zelfs daarna was ik niet zo geïnteresseerd in deze soortgroep. Totdat ik een paar weken terug mijn eerste exemplaar van de Kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris) in mijn hand had (foto). Het mannetje had een mooie oranje buik en een ingewikkeld patroon op zijn huid. Ik denk dat ik ze nu ineens zo bijzonder vindt, omdat je ze eigenlijk nooit ziet en er niet zoveel over hoort of leest. En als je er dan ineens eentje in je hand hebt, besef je pas echt dat ze bestaan en dat ze eigenlijk ook heel mooi zijn.    














Kleine watersalamander





Soorten in Beeld
Vanwege mijn recent opgedane enthousaisme over salamanders, lijkt het me een goed moment om wat meer te vertellen over één van de vier broertjes van de Kleine watersalamander: de Alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris). Deze salamander komt vooral in het zuiden en oosten van Nederland voor en heeft een voorkeur voor zandige leemgronden waar hij voorkomt in beboste gebieden of kleinschalige landschappen met heggen en struwelen. Onderstaand kaartje laat de verspreiding van de Alpenwatersalamander in Nederland zien. 

  

Voor hun voortplanting zijn salamanders afhankelijk van geschikte waterlichamen, zoals poelen, sloten, vennen en beekjes. De Alpenwatersalamander is niet kieskeurig wat betreft zijn voortplantingsbiotoop. Zolang het water niet te snel stroomt of rijk is aan vis, is hij in allerlei typen water te vinden. Buiten het voortplantingsseizoen blijven de salamanders op het land. In februari trekken de dieren naar het water waarna in de maanden april en mei de voortplanting plaatsvindt en de eitjes, net als bij andere watersalamanders, op de blaadjes van waterplanten afgezet worden. In deze periode heb je de meeste kans om de glibberige beestjes te zien. 
De Alpenwatersalamander kan ongeveer 12 centimeter lang worden en is herkenbaar aan zijn fel oranje, ongevlekte buik. De mannetjes zijn in het voorjaar donkerblauw met een zwart-wit geblokte rugkam en een band van zwarte stippen op de flanken. De vrouwtjes hebben een meer blauwgrijs tot grijsgroene kleur en lijken vaak gemarmerd.

















Alpenwatersalamander (mannetje)

Natuurlijk DoeHetZelven
Dit bericht startte met de mededeling dat het slecht gaat met de bijen in Nederland. Gelukkig zijn er verschillende oplossingen en maatregelen om het uitsterven van bijen in Nederland te voorkomen. Biologische fruit- en groententeelt is hier een voorbeeld van. Ook als je biologische groenten en fruit te duur vind of geen tijd hebt om een moestuin aan te leggen, kun je bijdragen aan het voortbestaan van de bij: maak/koop een bijenhotel (klik hier), gebruik geen gif in je tuin, kies planten voor je tuin waar bijen dol op zijn, zoals Langbladige ereprijs, Gulden roede, Damastbloem, Woltijm, Dopheide, Marjolein, Ezelsoor, Bijenkorfje, Ruig klokje en Knoopkruid en/of snoei je tuin pas in het voorjaar zodat bijen in de uitgebloeide bloemstengels kunnen overwinteren. Hiermee bescherm je meteen de plant zelf tegen de vorst. 
Tip: bestel de bijen-zoekkaart op www.jaarvandebij.nl en ontdek welke wilde bijen er allemaal in jouw tuin rondzoemen. Je zult versteld staan van alle verschillende soorten! 

Natuurlijk Afvragen
Dit jaar is uitgeroepen tot Jaar van de Bij. Welke diersoort verdient het volgens jou om volgend jaar in het middelpunt van de belangstelling te staan en waarom? 

Bedankt voor het lezen en tot het volgende bericht!

Vivian     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten